vrijdag 20 oktober 2017

De tegenstanders

De tegenstanders.

Er zijn 3 grote tegenstanders. Dat zijn: 1. De duivel en zijn knechten (gevallen engelen, demonen)
                                                               2. De wereld
                                                               3. Je eigen hart




1. De tegenstander de duivel, wil jou niet kwijt aan God. Hij haat God.
Hij wil jou het liefst meetrekken naar de ondergang. Dat zegt hij niet, nee hij komt altijd met leugens.
En hij verbloemt dat, door je van alles voor te spiegelen, wat jij aantrekkelijk vindt. Dat is verleiding.

Hij wil je ook wijs maken dat je zeker niet in God moet geloven, dat je dan je vrijheid kwijt raakt. Maar het tegendeel is waar. Je bent juist gebonden, wanneer je de duivel toebehoort, wanneer je hem gehoorzaamt.
Je kan alleen vrijkomen door de Heere Jezus Christus. 
De duivel verdraait altijd Gods woorden, zodat het leugens zijn. Hij probeert altijd Gods Woord uit zijn verband te rukken en het ons dan voor te leggen.
Daarom is kennis van Gods Woord ook zo belangrijk! Dat we niet in de duivel zijn val trappen.
En twijfel je, bid dan tot Jezus Christus dat Hij jouw gedachten zuivert met Zijn Bloed, zodat de duivel daarin geen invloed op kan oefenen.

Waarin de duivel ook altijd sterk is, om ons te ontmoedigen en ons te verwarren. Als je dat overkomt. En hoe vaak overkomt ons dat! Weet dan, dat hier vaak de duivel achter zit. 
Blijf op Jezus Christus vertrouwen. Er is voor Hem niets onmogelijk!

Waar ik ook nog op wil wijzen is dat de duivel je graag wilt isoleren, zodat we Gods Woord niet verspreiden.

Wat ook een truc is van de duivel : Je veel problemen geven zodat je daarmee blijft rondlopen en er niet uitkomt. Je blijft dan maar vechten en vechten en denkt al gauw dat je er alleen voor staat. Dat praat hij je wel aan.
Terwijl er zoveel mensen zijn, die hetzelfde meemaken en voor je zouden kunnen bidden en blijven bidden. 
Wij moeten de duivel weerstaan. Met  onze problemen naar Jezus Christus gaan. Hij kent ons als geen ander en voor Hem is niets onmogelijk! Geef het in Zijn handen. En laat Hem er aan werken.

De duivel wordt ook wel verleider of verzoeker genoemd.
De duivel verleidt mensen om te zondigen en als we dan gezondigd hebben, dan beschuldigd hij ons dat we gezondigd hebben. 
Wij moeten de duivel weerstaan in het geloof van Jezus Christus. 
Hij, Jezus Christus heeft voor ons aan het kruis gehangen, de zonden gedragen.
Hij wil ook u en jou en mijn zonden vergeven, wanneer we onze zonden belijden. Hij heeft ze vergeven en denkt er niet meer aan. (Psalm 103)
En wanneer de duivel ons beschuldigd met onze zonden waarvoor we al vergeving ontvangen hebben, mogen we hem wijzen op het verzoenend bloed van Jezus Christus. En we mogen de duivel herinneren wat de Heere Jezus gezegd heeft over zijn toekomst. Dat hij zal geworpen zal worden in de poel des vuurs.
Wij hoeven niet bang te zijn voor de duivel.  God is sterker!!!
Maar we moeten de duivel ook niet onderschatten, maar ook niet overschatten.
We hebben Christus aan onze zijde, wanneer we in Hem blijven!
Dan heb je de wapenrusting Gods aan.
Lees Efeze 6 maar eens over de wapenrusting Gods.

2. De wereld heeft God niet lief. Ze leeft vanuit het vlees. Waar ze zin in heeft, dat doet ze. Daar geeft ze aan toe. Ze ontziet ook niets. Het is leven vanuit begeerte. Begeren naar steeds meer geld, seks (niet zoals God het bedoeld heeft), dingen die je leven kunnen beheersen, zodat niet jij maar die dingen uiteindelijk jouw leven bepalen. B.v. werk, sport, computer, telefoon, gsm, auto, mode enz, enz.
En alles wat jou en mij aftrekt van God is zonden en is afgoderij.
De wereld gaat voorbij en haar begeerlijkheid; maar die de wil van God doet, blijft in eeuwigheid. 1Joh.2:17. Ik zag trouwens dat voorgaande verzen er ook over spraken, dat wil ik toch ook noemen.
'Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem.
Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vleses, en de begeerlijkheid der ogen, en de grootsheid des levens, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. (vers 15 en 16)

3. Je eigen hart. 
We moeten altijd waken over ons eigen hart, want die wil altijd het verkeerde kiezen.
Paulus zei al in Romeinen 7 'Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.' En dat is zonden. De strijd van het geloof. De strijd van de oude en nieuwe mens.
De strijd als je wedergeboren bent en je 'oude natuur' elke keer de kop opsteekt.
Een voorbeeld. Je bent van karakter snel boos en zegt dan dingen, die je niet hoort te zeggen.
Wanneer je nu opnieuw geboren bent en een relatie met Jezus Christus gekregen hebt, ga je leren om daar mee anders om te gaan. Hoe zou Jezus willen dat ik zou doen tegen een ander? Dat hoef je niet zelf uit te puzzelen. Dat mag je al biddend doen. Je belijdt eerst je schuld over je zonden, dat je telkens zo gauw boos wordt en dat je dan ook dingen zegt die je eigenlijk niet wilt zeggen,maar die je op dat moment wel zegt. Je vraagt om vergeving. En je vraagt of de Heere je wilt helpen om hier anders mee om te leren gaan. Dat je niet gelijk boos wordt en dat wanneer je boos wordt of de Heere dan je mond dichthoudt. Dan ga je ontdekken, dat je met Gods Hulp dit steeds beter kunt hanteren.
Wat gebeurt er met je hart als je nu telkens weer bewust voor het verkeerde kiest als je wedergeboren bent? Kan dat? Ja, dat kan. Dan trekt Gods Geest zich terug uit je hart. Tenzij, dat jij echt berouw krijgt van je zonden en ze opnieuw belijdt en gaat wandelen naar Gods wil. 
Doe je dat niet en je blijft zondigen zet je een poort open voor de duivel, dat hij binnen kan komen. Geef de duivel geen ruimte, zodat hij steeds meer vat op je krijgt. 
Dit kan alleen verbroken worden door Jezus Christus en alleen wanneer diegene echt wil dat Jezus Christus Koning over je leven is.

Je hart moet ook nederig zijn. God heeft de nederigen lief. Wie zijn wij, dat wij hoogmoedig zouden zijn? Wat hebben wij van onszelf? Toch helemaal niets! Alles is genade! 
Alles krijg je van Jezus Christus en daarom mag Hij ook alleen de eer hebben, Die Hem toekomt!

Halleluja! Loof de Heere!