zondag 21 juli 2019

Het achtste gebod

Gij zult niet stelen.

Het achtste gebod gaat o.a. over bescherming van de bezittingen, die God ons geeft. God zegt heel eenvoudig: 'Gij zult niet stelen.'



Niemand wil bestolen worden toch? Ik denk dat iedereen het hier wel mee eens is.
Maar hoe doen we dat met het invullen van de belasting? 

En wat gebeurt er, wanneer er een erfenis gedeeld moet worden? Of met scheidingen. Of als zakenpartners uit elkaar gaan? Als alles niet goed beschreven is, dan gaat het meestal niet zonder ruzie en wordt er nog wel eens wat gestolen op welk vlak dan ook.


Er zijn witte-boorden misdrijven, die drugs verhandelen en het geld wit wassen. 
Maar ook de drugsverslaafde heeft vaak geen geld om de drugs te kopen en steelt geld om aan drugs te kopen. Je hebt ook mensen die inbreken om aan geld en spullen te komen. 



Het gaat in dit gebod niet alleen om dingen weg te nemen van andere mensen of instellingen, zonder toestemming. God heeft het niet alleen over materiële zaken.

We kunnen stelen door: diefstal, nalatigheid, bedrog, geweld, verwaarlozing, verspilling,  onverschilligheid zijn en 'een oogje dichtdoen'.
Het stelen van iemands goede naam, iemands tijd en aandacht.
Iemands hart en gevoelens (manipulatie)
Stelen van iemands leven en het stelen van iemands vrouw of man (zoals David stal van Bathseba haar privacy, haar reputatie, haar man en toekomst.)
We kunnen nemen: geld en goed, respect, aandacht en liefde,tijd en vrijheid.



Stelen is: zonder toestemming nemen van anderen en van God
Stelen is: slecht beheren, verspillen van geld, tijd, aandacht, gaven en talenten
Stelen is: alles voor jezelf houden en niet delen met anderen
Stelen is: je in beslag laten nemen door wie of wat dan ook, jezelf laten stelen.


We kunnen stelen van:

God, onze familie, onze overheid, onze werkgever, onze werknemer, andere mensen en onszelf.

Als je zou denken dat christenen niet stelen heb je het bij het verkeerde eind. 
Wat ik hierboven al genoemd heb, maar ook simpelweg b.v. dat je een boek niet teruggeeft die je geleend hebt. In een supermarkt dat de kassière je teveel terug geeft aan geld en je zegt er niets van. Of ze rekent te weinig en je zegt er niets van. Je zegt dat doet ze zelf, dat kan ik niet helpen. Nee, het is niet van jou. Dus zeg het eerlijk. 

En te denken aan de meeste reformatorische kledingzaken. Die een reformatorisch prijsje er aan hangen. Is het echt nodig om kleding zo duur te prijzen, dat de gewone werkmensen en degenen, die chronisch ziek zijn, dus die van een bijstand moeten rondkomen daar in ieder geval geen kleding kunnen kopen? Het is maar een vraag.



God de Eigenaar

God heeft alles geschapen. Alles behoort Hem toe. Hij is de Eigenaar, wij zijn de beheerders, de rentmeesters. De dingen die wij hebben als ons bezit, zijn in feite nog altijd van God en niet van ons. Het is alleen onze verantwoordelijkheid om er goed mee om te gaan. En dat niet alleen we moeten in samenwerking met Hem dat bezit ook vergroten en ontwikkelen.

God wil graag dat wij, als het kan, werken voor ons dagelijks brood en dat wij onze tijd goed benutten. Daarom gaat het niet alleen over geld en bezit, maar ook over tijd en relaties.
Iedereen heeft de verantwoording om er goed mee om te gaan. Het probleem is alleen dat wij regelmatig anderen het recht ontnemen om rentmeester te zijn. We staan dan in feite tussen God en hen in. Want als we van anderen nemen zonder het te vragen, krijgen zij niet de kans om ons die dingen uit vrije wil te geven, of om ook maar de mogelijkheid te overwegen om dingen weg te geven, want hun bezit is al weg. Zij zijn verantwoordelijk voor wat God hen heeft gegeven en als we onrechtmatig aan hun bezit komen, komen we daarmee in conflict met God zelf en dat is niet echt een aanrader.

Rentmeesterschap heeft niet alleen te maken met het besef dat alles aan God toebehoort, maar ook met respect voor anderen.Het principe van eren (zoals in het 5e gebod) zit ook in dit gebod. Als we de ander respecteren en eren, ons realiserend dat alles wat zij hebben door God aan hun is toevertrouwd is, zal dat ons heel voorzichtig maken om aan hun bezittingen te komen. Rentmeesterschap houdt in dat ik alles wat ik heb, gebruik om anderen mee te dienen. Goed rentmeesterschap is niet zelfgericht. I.p.v. jacht te maken op andermans bezit, zorg ik voor mijn eigen spulletjes en wel op zo'n manier dat ik anderen ermee kan helpen. We kunnen ook van God stelen door talenten en gaven niet voor de dienst van Jezus Christus te gebruiken, maar voor onszelf. Dan beroven we God van veel dingen die Hem toekomen terwijl ze andere mensen van veel zegeningen beroven.

Tegenwoordig zijn vaak dingen belangrijker geworden dan mensen. Spullen worden waardevoller gevonden dan mensen. Op deze manier raken we vervreemd van onze medemens en zelfs van onszelf. Geloven dat niemand ons de moeite waard vindt om voor te zorgen, dus nemen we zelf maar wat we nodig hebben. Als we onszelf niet respecteren, respecteren we anderen ook niet en dan wordt stelen bijna een logisch gevolg.
Maar ontvangen is zoveel waardevoller dan nemen. (stelen) 

God weet wat wij nodig hebben en daarom mogen we in dit alles vertrouwen op God, dat Hij ook in die dingen wil voorzien. Dat heb ik zelf ook mogen ervaren en nog.

Stelen is: alles voor jezelf houden en niet delen met anderen

Wat God ook van ons vraagt is dat we geven, niet gierig zijn, dat we graag geven aan anderen. In de Bijbel wordt er gesproken over 'tienden'. Dus 10 procent van wat God gegeven had, werd er als dank voor Zijn zorg aan Hem teruggegeven. (Lev. 25)





 Maar een houding van geven komt ons niet zomaar aanwaaien, het gaat tegen onze natuurlijke verlangens in. Daar is een ander hartsgesteldheid voor nodig en God wil die graag aan ons geven.

De grootste diefstal

Weet je wat de grootste diefstal is? 
De grootste diefstal vindt plaats als wij als christenen de naam van Jezus dragen, maar ons niet volkomen, zonder reserve en onvoorwaardelijk aan Jezus Christus overgeven.
Waarom is dit diefstal? We zijn van Hem, omdat HIj ons geschapen heeft. We zijn van Hem, omdat Hij ons heeft verlost van onze zonden, Daarom behoren wij Hem toe. Ons lichaam is een tempel van de Heilige Geest. We zijn duur gekocht. 

'Neem mijn leven, laat het Heer'
toegewijd zijn aan Uw eer.
Maak mijn uren en mijn tijd.
tot Uw lof en dienst bereid.

Neem mijn handen, maak ze sterk,
trouw en vaardig tot uw werk.
Maak dat ik mijn voeten zet
op de wegen van uw wet.

Neem en zegen alle vreugd,
al 't geluk dat mij verheugt.
Maak dat ik mij nimmer schaam
mens te wezen in uw naam.

Neem ook mijne liefde, Heer,
'k leg voor U haar schatten neer.
Neem mijzelf en voor altijd
ben ik aan U toegewijd.'

5 opmerkingen:

  1. Mooi en waar stukje, Nellie. Zelf geschreven?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je.Ja, Ine, alleen ik haal wel eens wat uit boeken, wat ik gelezen heb, vooral omdat de 10 geboden ook zo veelomvattend zijn en ik niet graag wat vergeet. Hoewel er nog veel meer dingen op te noemen zijn natuurlijk.

      Verwijderen
  2. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen