Blind

We vinden hier in Handelingen 9 (uit de Bijbel), een blinde Paulus. 

Wat was er toch gebeurd?

Paulus was op weg naar Damascus om de discipelen en de christenen daar te vermoorden.

En nu was Jezus Hem onderweg verschenen. Een licht van de hemel omscheen hem en Jezus sprak hem aan. Dan kan Paulus alleen maar op de grond vallen en hoort hij met beving de stem van de Heere: 'Saul, saul, wat vervolgt gij Mij.'  Hij noemt hem bij zijn naam, tot twee keer toe. Wat indringend! En dat was nodig. Bij jou ook? Gaan we anders maar gewoon door op onze eigen weg?

Paulus was verkeerd bezig, hij vervolgde de discipelen, de christenen. En degenen, die dat doen, die vervolgen Christus Zelf. Wat tegen hen gedaan wordt, beschouwt Hij als gedaan tegen Hemzelf.

Als Paulus uiteindelijk vraagt aan de Heere: 'Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?' zegt de Heere tegen Paulus 'Sta op, en ga in de stad, en u zal aldaar gezegd worden, wat gij doen moet.'  Hij staat op en doet zijn ogen open, maar hij is blind. Ze moeten hem bij de hand leiden en hem naar de stad brengen. 

Paulus die alles zelf wel regelde, wat hij wou. Hij had alles zelf in de hand. Hij zou dit en dat.... Maar God wou anders. Komt het jou niet bekend voor? 

Maar dit gaat nog veel dieper, hij werd ontdekt aan zijn zonden. Wat hij nu precies voor kwaad deed, en wie hij was voor God. 

Paulus is in Damascus en bidt. Hij is verslagen van geest, bedroefd over zijn zonden, dat hij niet eten of drinken wil. Nee, alleen bidden is belangrijk, dat is het enige wat overblijft.

De weg naar omhoog. Tegen wie hij gezondigd heeft.

En kan Christus een bidder laten staan? Nee. Zal Hij niet vergeven, die Hij zelf naar Hem toedrijft? Die met schuld en last voor Hem staan? En Hem vragen om vergeving?

'Zo Gij in 't recht wil treden,

O HEER, en gadeslaan

Onz'ongerechtigheden; 

Ach, wie zal dan bestaan?

Maar neen, daar is vergeving

Altijd bij U geweest; 

Dies wordt Gij HEER, met beving,

Recht kinderlijk gevreesd.

Psalm 130 vers 2 berijmd

De Heere stuurt Ananías. Hij moet naar Paulus gaan. En Hij zegt gelijk erbij wat hij moet zeggen. Tegen Ananías zegt Hij, dat Paulus veel zal moeten lijden om Zijn naams wil. en dat hij niet bang voor hem hoeft te zijn. En dat hij Paulus moet zeggen, dat hij weer kan zien en dat hij met de Heilige Geest vervuld zal worden. Dat doet Ananías. Hij gehoorzaamt.

En het wonder geschiedt, dat Paulus weer zien mag en vervult mag worden met Zijn Geest.

Paulus werd blind, moest blind worden om ziende te worden.

Paulus werd door de Heere stil gezet, anders was hij gewoon doorgegaan. 

De Heere bekeerde hem van zijn zondige weg. Die weg kon hij niet meer bewandelen.

Er zijn twee wegen. De weg met Jezus Christus of zonder Hem. Meer wegen zijn er niet.

Op welke weg bent jij? Als je nog op de weg zonder Hem bent, keer je dan om naar Hem.

We krijgen niet allemaal een Paulus bekering. Zoekt de Heere waar Hij te vinden is!