Geen ding is U te wonderlijk
geen ding is U te wonderlijk. Jeremia 32 : 17c
Jeremia zit gevangen in het donker wat betreft de bedoeling van wat God doet en gaat doen.
Hij was gevangen gezet binnen de omtrek van het paleis in het huis van de koning van Juda. Hij had gezegd, dat Jeruzalem verwoest en Zedekia gevangen genomen zou worden. Nu had Jeremia land moeten kopen van één van zijn naaste bloedverwanten op Goddelijke aanwijzing. Zijn bloedverwant kwam het hem aanbieden. Hij gaf de koopbrief aan Baruch. Ik ga daar nu niet verder op in. Maar de koop werd heel eerlijk gesloten, zoals het hoort. Woord en daad horen bij elkaar! En wat ontbreekt dat vaak!
Natuurlijk weet ik dat iedereen hierin fouten maken, ik ook, maar dat is niet goed te praten.
We zullen op onze knieën moeten gaan en het God belijden en elkaar.
Voordat Jeremia ging bidden gaf hij eerst de stukken, die betrekking hadden op de pas gesloten koop dus aan Baruch over.
Wat kunnen we hieruit leren?
Dat als we gaan bidden we de dingen van de wereld uit handen en uit onze gedachten moeten zetten.
Jeremia snapt Gods bedoelingen niet,
maar aanbidt Zijn God en Zijn onbegrensde volmaaktheid wel. Jeremia geeft God de eer als de Schepper, Onderhouder en Weldoener van de hele schepping, waarbij hij Zijn macht erkent. Hij kan doen, wat Hij wil, Hij heeft het recht te doen, wat Hij wil.
(vs 11-19) Jeremia bidt:
'Ach Heere HEERE! Zie, Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekte arm: geen ding is U te wonderlijk. '
Bij God is niets te wonderlijk, geen ding onoverkomelijk. Als menselijke wijsheid en kracht ten einde raad zijn, bij God is kracht en wijsheid genoeg, om alle tegenstand te overwinnen.
Het gebed is voor een ieder die in Hem, Jezus Christus gelooft een ademen van het leven.
Je kunt niet zonder gebed.
En wanneer je Gods leiding in je leven niet begrijpt, ga er mee tot God. Het gebed is een balsem voor iedere moeite, pijn en zorg, omdat Hij, Jezus Christus je hoort en je wilt helpen.
Wanneer wij het soms niet meer zien zitten. Dat omstandigheden hopeloos lijken voor God is niets onmogelijk. Dan ziet God juist mogelijkheden!
Hij laat zien dat Hij God is, opdat wij dan Hem de eer mogen geven, die Hij toekomt!
Sommigen zeggen misschien: 'Ik kan niet bidden, ik heb het zo moeilijk.'
Dat kan, je kunt het zo moeilijk hebben, dat je de woorden niet meer aan elkaar kunt rijgen. Maar weet je God ziet je en weet als geen ander hoe moeilijk je het hebt.
Kniel dan toch maar voor Hem neer en probeer het dan toch maar.
Komt er een zucht uit?
God hoort het!
Hij wil je met Zijn liefde je omringen.
En weet je Hij heeft nog een taak voor je weggelegd.
Hij heeft een plan ook voor jou.
Stel je hart maar voor Hem open en geef je over aan Hem.
Wacht op Hem en Hij zal de weg voor U banen.
Geen ding zal te wonderlijk voor Hem zijn!
Vertrouw maar op Hem, Jezus Christus!
Jeremia zit gevangen in het donker wat betreft de bedoeling van wat God doet en gaat doen.
Hij was gevangen gezet binnen de omtrek van het paleis in het huis van de koning van Juda. Hij had gezegd, dat Jeruzalem verwoest en Zedekia gevangen genomen zou worden. Nu had Jeremia land moeten kopen van één van zijn naaste bloedverwanten op Goddelijke aanwijzing. Zijn bloedverwant kwam het hem aanbieden. Hij gaf de koopbrief aan Baruch. Ik ga daar nu niet verder op in. Maar de koop werd heel eerlijk gesloten, zoals het hoort. Woord en daad horen bij elkaar! En wat ontbreekt dat vaak!
Natuurlijk weet ik dat iedereen hierin fouten maken, ik ook, maar dat is niet goed te praten.
We zullen op onze knieën moeten gaan en het God belijden en elkaar.
Voordat Jeremia ging bidden gaf hij eerst de stukken, die betrekking hadden op de pas gesloten koop dus aan Baruch over.
Wat kunnen we hieruit leren?
Dat als we gaan bidden we de dingen van de wereld uit handen en uit onze gedachten moeten zetten.
Jeremia snapt Gods bedoelingen niet,
maar aanbidt Zijn God en Zijn onbegrensde volmaaktheid wel. Jeremia geeft God de eer als de Schepper, Onderhouder en Weldoener van de hele schepping, waarbij hij Zijn macht erkent. Hij kan doen, wat Hij wil, Hij heeft het recht te doen, wat Hij wil.
(vs 11-19) Jeremia bidt:
'Ach Heere HEERE! Zie, Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekte arm: geen ding is U te wonderlijk. '
Bij God is niets te wonderlijk, geen ding onoverkomelijk. Als menselijke wijsheid en kracht ten einde raad zijn, bij God is kracht en wijsheid genoeg, om alle tegenstand te overwinnen.
Het gebed is voor een ieder die in Hem, Jezus Christus gelooft een ademen van het leven.
Je kunt niet zonder gebed.
En wanneer je Gods leiding in je leven niet begrijpt, ga er mee tot God. Het gebed is een balsem voor iedere moeite, pijn en zorg, omdat Hij, Jezus Christus je hoort en je wilt helpen.
Wanneer wij het soms niet meer zien zitten. Dat omstandigheden hopeloos lijken voor God is niets onmogelijk. Dan ziet God juist mogelijkheden!
Hij laat zien dat Hij God is, opdat wij dan Hem de eer mogen geven, die Hij toekomt!
Sommigen zeggen misschien: 'Ik kan niet bidden, ik heb het zo moeilijk.'
Dat kan, je kunt het zo moeilijk hebben, dat je de woorden niet meer aan elkaar kunt rijgen. Maar weet je God ziet je en weet als geen ander hoe moeilijk je het hebt.
Kniel dan toch maar voor Hem neer en probeer het dan toch maar.
Komt er een zucht uit?
God hoort het!
Hij wil je met Zijn liefde je omringen.
En weet je Hij heeft nog een taak voor je weggelegd.
Hij heeft een plan ook voor jou.
Stel je hart maar voor Hem open en geef je over aan Hem.
Wacht op Hem en Hij zal de weg voor U banen.
Geen ding zal te wonderlijk voor Hem zijn!
Vertrouw maar op Hem, Jezus Christus!