'Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?' Handelingen 9 : 6b.
Hier spreekt een Paulus, die op weg is naar Damascus.
Hij was zo van plan om die christenen daar te vervolgen. Dat was immers zijn leven! Hij dacht er helemaal goed aan te doen, hij was een vijand van de christelijke godsdienst. Hij zou die discipelen des Heeren wel krijgen, maar hoe anders liep het.
Onderweg werd hij stil gezet. Een licht omscheen hem. Een licht dat het daglicht vele malen overtrof, het was Christus Zelf. Hij is het Licht der wereld.
De uitwerking kon niet uitblijven. Paulus (toen nog Saulus) viel op de grond van schrik.
Saulus moet aan zijn zonden ontdekt worden. God zegt tegen hem alleen: 'Saul, saul, wat vervolgt gij Mij?' En omdat God Saulus twee keer roept kwam de overtuiging van zonden tot zijn geweten. Hij spreekt tot hem als tot iemand, die zich in dreigend gevaar begeeft.
De beschuldigende vraag, die tot hem gericht wordt, luidt: Wat vervolgt gij Mij?
Nu wordt hem eerst getoond, dat hij een zondaar is, een zondaar tegen Christus. Hij ziet nu, wat hij nog nooit heeft gezien. Hij wordt ook overtuigd van één bijzondere zonde, waaraan hij het openlijkst schuldig was en waarin hij zich had gerechtvaardigd. En dat is de zonde van de vervolging.
Saulus verlangt te weten wie zijn rechter is. En hij krijgt daar gelijk antwoord op.
'Ik ben Jezus, dien gij vervolgt.
Saulus beeft en siddert. Hij is overtuigd van zonden door de werking van Zijn Geest. Dat is het bekerende werk van Christus voor de ontwaakte ziel. Dan vraagt Saulus 'Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?' Als een ernstig gebed om Christus onderricht. Heere, ik zie dat ik tot nu toe buiten de weg ben geweest. Gij hebt mijn zonden doen inzien, breng mij op de goede weg, achter U aan. Gij hebt mij aan mijn zonden ontdekt, ondek mij nu ook de weg tot vergeving en vrede. Het is een ernstige begeerte om door Christus onderwezen te worden in de weg van Christus, van de zaligheid en een bewijs, dat er een goed werk (het werk van Zijn Geest) in de ziel is begonnen.
Velen willen een Saulus (Paulus) bekering. Maar als je dit gelezen hebt, wil je dat dan nog?
Menigéén denkt dat Paulus zomaar bekeerd was. Welke diepe weg heeft ook hij niet moeten gaan. En veel mensen denken als je geen Saulus bekering hebt, dat je dan niet bekeerd kan zijn. Maar God werkt op veel verschillende manieren. Als je Gods Woord leest zie je dat.
Het is Gods genade, Die mensen wil trekken uit de duisternis tot Zijn Licht.
Door Woord en Geest.
En wat zeggen wij, verslagen door zondenschuld, aangewezen door Hem?
Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?
Ook elke dag?
Want we hebben Hem elke dag zo nodig!
Zonder Hem kunnen we niets doen. En elke dag verzondigen we het weer tegen zo'n rijk God! Wat een genade dat Hij naar ons wil omzien!
Kun jij het ook bidden?
Dan mogen we ook zingen.
Psalm 25: 2
HEER, ai maak mij Uwe wegen,
Door Uw woord en Geest bekend;
Leer mij, hoe die zijn gelegen,
En waarheen G'Uw treden wendt.
Leid mij in Uw waarheid, leer
IJv'rig mij Uw wet betrachten;
Want Gij zijt mijn heil, o HEER,
'k Blijf U al den dag verwachten.
De uitwerking kon niet uitblijven. Paulus (toen nog Saulus) viel op de grond van schrik.
Saulus moet aan zijn zonden ontdekt worden. God zegt tegen hem alleen: 'Saul, saul, wat vervolgt gij Mij?' En omdat God Saulus twee keer roept kwam de overtuiging van zonden tot zijn geweten. Hij spreekt tot hem als tot iemand, die zich in dreigend gevaar begeeft.
De beschuldigende vraag, die tot hem gericht wordt, luidt: Wat vervolgt gij Mij?
Nu wordt hem eerst getoond, dat hij een zondaar is, een zondaar tegen Christus. Hij ziet nu, wat hij nog nooit heeft gezien. Hij wordt ook overtuigd van één bijzondere zonde, waaraan hij het openlijkst schuldig was en waarin hij zich had gerechtvaardigd. En dat is de zonde van de vervolging.
Saulus verlangt te weten wie zijn rechter is. En hij krijgt daar gelijk antwoord op.
'Ik ben Jezus, dien gij vervolgt.
Saulus beeft en siddert. Hij is overtuigd van zonden door de werking van Zijn Geest. Dat is het bekerende werk van Christus voor de ontwaakte ziel. Dan vraagt Saulus 'Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?' Als een ernstig gebed om Christus onderricht. Heere, ik zie dat ik tot nu toe buiten de weg ben geweest. Gij hebt mijn zonden doen inzien, breng mij op de goede weg, achter U aan. Gij hebt mij aan mijn zonden ontdekt, ondek mij nu ook de weg tot vergeving en vrede. Het is een ernstige begeerte om door Christus onderwezen te worden in de weg van Christus, van de zaligheid en een bewijs, dat er een goed werk (het werk van Zijn Geest) in de ziel is begonnen.
Velen willen een Saulus (Paulus) bekering. Maar als je dit gelezen hebt, wil je dat dan nog?
Menigéén denkt dat Paulus zomaar bekeerd was. Welke diepe weg heeft ook hij niet moeten gaan. En veel mensen denken als je geen Saulus bekering hebt, dat je dan niet bekeerd kan zijn. Maar God werkt op veel verschillende manieren. Als je Gods Woord leest zie je dat.
Het is Gods genade, Die mensen wil trekken uit de duisternis tot Zijn Licht.
Door Woord en Geest.
En wat zeggen wij, verslagen door zondenschuld, aangewezen door Hem?
Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?
Ook elke dag?
Want we hebben Hem elke dag zo nodig!
Zonder Hem kunnen we niets doen. En elke dag verzondigen we het weer tegen zo'n rijk God! Wat een genade dat Hij naar ons wil omzien!
Kun jij het ook bidden?
Dan mogen we ook zingen.
Psalm 25: 2
HEER, ai maak mij Uwe wegen,
Door Uw woord en Geest bekend;
Leer mij, hoe die zijn gelegen,
En waarheen G'Uw treden wendt.
Leid mij in Uw waarheid, leer
IJv'rig mij Uw wet betrachten;
Want Gij zijt mijn heil, o HEER,
'k Blijf U al den dag verwachten.
Wat een rijk woord! We denken het vaak in eigen hand te (willen) hebben, maar dan kom je elke keer weer bedrogen uit, want zonder Hem kunnen wij het niet. Maar daar staan we vaak te weinig bij stil inderdaad. Daarom is het goed om elke dag aan Hem te vragen: Heere wat wilt Gij, dat ik doen zal.
BeantwoordenVerwijderenIk vind het altijd zo bijzonder hoe Paulus geroepen is. Wat een God, die de juiste persoon roept om in Zijn dienst te staan. Hij leert mij (ons) de weg die ik gaan mag.....
BeantwoordenVerwijderenJa, dat is de juiste instelling: Here, wat wilt U dat ik doe? Zo wil ik ook elke minuut van de dag in het leven staan. Dank je wel!
BeantwoordenVerwijderenJa, ik ook! Het is iets wat ik heel vaak vraag.
VerwijderenAch ja, bekeringen. In de Pinkstergemeente waar wij ooit kwamen (zal in andere Pinkstergemeente heel anders kunnen zijn) was een bekering pas een bekering als je tijd, moment bij name kon noemen en in tongen sprak.
BeantwoordenVerwijderenWat een bekrompen denken is dat.
Hoe moeten wij dan een kind van gelovige ouder dat in alle rust in de kinderjaren de Here Jezus al leert liefhebben een pijn doen als we gaan lopen zeuren over wanneer zo iemand nou echt tot geloof is gekomen?
Ik denk als wij eerlijk zijn dat wij maar al te vaak niet in het leven staan met een instelling van: Heer wat wilt U dat ik doe. Ik proef bij mijzelf en de anderen meer:"Heer wilt U doen wat ik wil.... Fout, ik weet het. Maar ik zeg het liever eerlijk. Een stuk minder "geestelijk" maar wel weer meer menselijk...
Nu hup aan het werk hier
Dag Nelly een fijne dag nog (-10 graden hier.....)
Ja, dat is niet alleen in de Pinkstergemeente waar jullie ooit kwamen, dat gebeurd ook bij meerdere gemeenten, niet alleen van de Pinkstergemeenten. En dat is heel verdrietig. Maar één ding weet ik wel, God laat je nooit in de steek, al doen mensen dat wel.
BeantwoordenVerwijderenEn ja Peter, het zit er zo bij ons ingebakken, die wil van ons. Dat ik en nog eens ik. Daar struikelen we elke keer weer over. En ik denk dat we die strijd ons hele leven zullen hebben. We lopen Hem zo gauw voor de voeten! En toch hoe meer Hij ons hart vervult, hoe meer het ik gaat wijken, want daar is dan geen plek meer voor, dat wil het dan ook niet meer. Dan gunt dat ik Hem de plaats, de eer, die Hem toekomt. Al is het met vallen en opstaan.