zondag 29 maart 2020

De Heere is mijn Herder

Psalm 23

Deze Psalm kent bijna iedereen. Er wordt veel over geschreven en wordt veel gezongen op verschillende manieren. 



De Psalm zelf is ook zo bemoedigend en versterkend voor degenen die God liefhebben. 
En het mooie van deze Psalm is dat je i.p.v. het woordje 'mijn' of 'ik' je eigen naam in kunt vullen of als je bij iemand op (zieken)bezoek bent haar/zijn naam in kunt vullen. En dat zo hardop voor te lezen. 



Nu had ik beloofd voor de groep 'bemoedigingen' om Psalm 23 meer uit te leggen in dit blog en dat hoop ik nu met Gods hulp te gaan doen.

Psalm 23 is door David gemaakt en door Gods Geest geïnspireerd.

Het is een bemoedigende Psalm.

De Heere is mijn herder, mij zal niets ontbreken. (vers 1)

God is Davids herder en daarom zal hem niets ontbreken, dat goed voor hem is. David was zelf ook herder van zijn schapen. Hij weet maar al te goed wat het is om een herder te zijn. Maar Hij noemt God zijn Herder, Hij de Herder voor wie niets teveel is en geen moeite te groot in de verzorging van zijn kudde die Hij liefheeft en verzorgt. Hij geeft alles wat Hij heeft.




God zorgt voor Zijn kinderen; Degenen, die Hem liefhebben en gekocht en betaald zijn door het bloed van Jezus Christus. Hij heeft hun zonden afbetaald door te lijden en te sterven aan het kruis van Golgotha. God roept je bij je naam en wanneer je dan komt ga je je zonden belijden voor Hem. Hij neemt je aan als Zijn kind en Zijn Geest komt in je hart wonen.
Hij zorgt voor Zijn schapen (kinderen) en kent ze door en door en Hij roept ze ook bij hun naam. Hij zorgt voor de lammetjes, die bij de moeder nog hun melk drinken. Hij zorg voor ze als ze groter worden. Hij zoekt ze op wanneer ze weglopen. Bevrijdt ze wanneer ze verward in de struiken (ergens verward in zitten of gebonden zijn) zitten. Hij verbindt hun wonden zodat ze genezen. Hij wil ze beschermen. Zo is Hij onze Herder, zo mogen we Hem ook noemen. En zo mogen we ook op Hem vertrouwen! Als Hij onze Herder is, dan zal ons ook niets ontbreken. Daar wordt mee bedoelt, dat in alles voorzien wordt, wat we nodig hebben.
Hij laat Zijn ogen gedurig over Zijn kudde gaan. Dag en nacht heeft Hij alle aandacht voor je leven en je welzijn.

Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; (vers 2a)

Het typische van een schaap is dat ze niet zo gauw gaan liggen in een veld. Door hun schuwheid weigeren ze vaak om te gaan liggen, tenzij ze volkomen kalm en zonder angst zijn. Wat ook belangrijk is dat ze alleen gaan liggen als hun geen wrijving met hun soortgenoten te wachten staat. Ook kan het zijn, dat ze niet gaan liggen, als ze worden geplaagd door vliegen en parasieten. En wanneer ze hongerig zijn.
Het is dus belangrijk dat ze helemaal vrij moeten zijn van angst, spanning, ergernis en honger. De schaapherder alleen kan voor volkomen bevrijding  van die spanning en onrust zorgen. Het hangt dus helemaal af van de inzet van de schaapherder. Wat de schapen rust brengt is de aanwezigheid van de herder. 



Zo is het ook in het geestelijke. Jezus Christus kan ons laten neerliggen in grazige weiden. Hij kan er voor zorgen dat alle onrust en angsten  en wrijvingen en vijanden bij ons vandaan blijven. Maar zodra men denkt dat de Herder niet in de buurt is, is er onderling onrust en ruzie en jaloezie, maar zodra ze weten dat de Herder er weer is, dan valt alles weg. Dan is het er niet meer. Zo mag je ook alles bij de Herder brengen van wat je onrustig maakt.

De Herder geeft ons voedsel van het Woord, de Bijbel. Om te lezen en het te herkauwen. Goed tot ons door te laten dringen en te bewaren in ons hart. En we ervaren het meeste rust als we mogen ervaren dat Hij bij ons is en dat Hij over ons waakt.

Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren. (vers 2b)
Het vinden van water is ook de taak van de herder. Die weet het beste waar water te vinden is voor zijn schapen. Als schapen dorst hebben worden ze onrustig en gaan ze op zoek naar water. Als ze dan niet geleid worden naar helder en schoon water, dan zullen ze drinken van troebel water, waar allerlei parasieten en bacteriën in zitten. Dat krijgen ze dan binnen. Ze krijgen dan vak leverbot ziekte.
Op dezelfde manier ons duidelijk gemaakt dat we onze dorst alleen kunnen lessen bij de enige goede bron Jezus Christus Zelf. Hij zei Zelf 'Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke.' Drinken betekent in geestelijk opzicht, innemen, aannemen, geloven. 

In Israël waren er drie mogelijkheden in die tijd voor water.
De dauw op het gras, diepe putten, of bronnen en stroompjes.
Veel mensen weten niet, dat schapen het maandenlang kunnen volhouden, vooral als het niet te warm is zonder echt te drinken, uitsluitend door de morgendauw op het gras.
Normaal beginnen schapen even voor zonsopgang al te grazen en juist in die vroege morgenuren is alles doordrenkt van de dauw, zodat de schapen voldoende vocht binnen krijgen. Ze grazen op de juiste tijd, zoals God het ze ingegeven heeft.


In het leven van een christen is het niet anders. Je kunt het beste vroeg opstaan om stille tijd te nemen om je te sterken aan Gods Woord. Dan ben je helder in je hoofd en is het rustig om je heen, zodat je niet afgeleid wordt door alles, zodat je het levende water van Jezus Christus voor die dag in kunt drinken. Vanuit deze tijd met God samen in je leven kom je verfrist naar geest en verstand te voorschijn. De dorst is gelest en het hart is rustig in God.




Vele christenen doen dat niet en laven zich aan nepbronnen, waar ze innerlijk geen rust zullen vinden en onrustig blijven zoeken naar een andere bron, waar ze gelaafd kunnen worden. Maar de dorst kan alleen in God en door Woord en Geest gelaafd worden. Hij leidt ons dan telkens weer aan rustige wateren.


Het was eigenlijk mijn bedoeling om heel Psalm 23 te doen, maar het wordt veel te lang. Dus hoop ik de volgende keer hiermee verder te gaan, zo God het geeft.

In deze moeilijke tijd waarin we leven, waarin velen in angst leven mogen we rust vinden in God en zo ook in Zijn Woord. De angsten en onze zorgen mogen we bij Hem neerleggen. God is een Hoorder van het gebed.  











5 opmerkingen: